Over Toulouse-Lautrec

Henri de Toulouse-Lautrec

Ik heb iets met Albi, de hoofdplaats van de Tarn (81). En ik heb iets met Toulouse-Lautrec. Vanwege zijn affiches, maar ook de directe manier van schilderen van wat hij om zich heen zag.

Hieronder wat samenvattingen vanuit Wikipedia.

Mocht je in de buurt van Albi zijn, bezoek dan het museum dat aan hem gewijd is. Maar ook in andere musea hangt zijn werk.

Als je in Parijs bent, ga dan beslist eten in Moulin de la Galette (rechtsboven op de foto). Het laatst opgedoken werk van Van Gogh is daar ook een schildering van.

Henri Marie Raymond graaf de Toulouse-Lautrec-Monfa (Albi, 24 november 1864 - kasteel Malromé (Gironde), 9 september 1901) was een Franse kunstschilder, graficus en lithograaf.

Levensloop

Henri de Toulouse-Lautrec is de afficheontwerper, schilder en chroniqueur van zijn tijd, de "belle époque". Hij is ook de decadente aristocraat die er genoegen in schept de vunzigheid, politieke wanorde, hypocrisie en eenzaamheid van zijn tijd uit te beelden. Hij schetst de verschoppelingen uit zijn maatschappij, in hun intiemste momenten. Hij is ook de kapotte mens die zelf deel uitmaakt van de zwarte nacht van Parijs en de kunstenaar vooral die kijkt en weergeeft, zonder te moraliseren en zonder pretentieus commentaar.

Artistieke vorming

In 1882, op zijn zeventiende verjaardag, kreeg Toulouse-Lautrec toestemming van zijn ouders om het tekenen en schilderen serieus te gaan beoefenen. Zijn eerste leraar was de onbesuisde schilder René Princeteau, een vriend van Toulouse-Lautrecs vader, gespecialiseerd in het tekenen en schilderen van paarden. Onder zijn invloed werd Toulouse-Lautrec geboeid door de schilderachtige paardenrennen rondom Parijs zoals Auteuil en Longchamps.

Al gauw besloor Princeteau dat hij Toulouse-Lautrec niets meer kon bijbrengen en gaf hij zijn ouders de raad hem naar Léon Bonnat (1834-1922) te sturen. Deze was een plaatselijke beroemdheid, maar een volstrekt academisch schilder. Hij vond Toulouse-Lautrecs manier van schilderen niet slecht, doch zijn tekenkunsten ronduit verschrikkelijk.

Toen Bonnat zijn atelier sloot, vormde Toulouse-Lautrec samen met andere oud-leerlingen van Bonnat een groep kunstenaars onder leiding van Frédéric Cormon (1845-1924). Met deze laatste mocht hij meewerken aan de illustraties voor de derde reeks van Victor Hugo's poëtisch epos 'La Légende des siècles', uitgegeven in 1883. Daar leerde hij de schilder Emile Bernard (1868-1941) kennen, die hem wees op de kunst van Paul Cézanne (1839-1906), Edgar Degas (1834-1917), Édouard Manet (1832-1883) en Auguste Renoir (1841-1919), alsook op deze van de Spaanse schilders Francisco Goya en Diego Velázquez.

Verwezenlijking van zijn persoonlijkheid in het Parijs van de laat 19e eeuw

In 1884 verhuisde Toulouse-Lautrec naar een studio in Montmartre, die de volgende dertien jaar zijn thuisbasis vormde. Hij bezocht Le Chat Noir, het cabaret dat eind 1881 gesticht werd door de schilder Rodolphe Salis op de plaats van zijn atelier en vernoemd werd naar de vertelling De Zwarte Kat, van Edgar Allan Poe. Salis werd in plaats van een slecht schilder een vermaarde cabaretier. Onder zijn gasten waren Victor Hugo (1802-1885), Émile Zola (1840-1902), Alphonse Daudet (1840-1897) en anderen. Zijn gelijknamige weekblad steeg in belang uit boven zijn cabaret, omdat er het leven en streven van Montmartre, zijn landschappen, zijn misdadigers en zijn prostituees in beschreven werden. 'Le Chat Noir' vormde de neerslag van het Parijs van de laatste twintig jaar van de 19e eeuw, een stad die gonsde van klinkende namen, een reusachtige magneet waarnaar zich de krachten van heel Europa richten. Parijs is de bakermat van alle mogelijke geestelijke stromingen.

In het nachtelijk leven van deze stad vond Toulouse-Lautrec de vrijheid om te schilderen wat hem boeide: het leven zelf, de mensen die hem interesseren in een omgeving die hij kent. Hij schilderde in milieus die pas opbloeien bij kunstlicht. Dit was volledig in tegenstelling tot de toen geldende principes van het impressionisme, waarin de effecten van het licht in het landschap gezocht worden. Voor die tijd was zijn werk ongewoon en gewaagd en de verguizing niet gering.

Vooral in 'Le Chat Noir' en ook in de 'Boule Noire' vond hij de mensentypes die hem boeiden. Hij observeerde de welgestelde heren met een bloem in het knoopsgat, lakschoenen met slobkousen, lichte handschoenen en een wandelstok met gouden knop, de beursspeculanten in rok, de opgeblazen officieren, de adel van West- en Oost-Europa die het frivole leven in de Lichtstad boven hun eigen hoofdstad verkoos, de krijtwitte dames van lichte zeden, de maîtresses met hun zwaar aangezette ogen en lippen, de hoertjes met hun uitgebluste gezichten, pronkend in smakeloze, opvallende kleding en de kunstenaars en kunstenmakers met hun zwierige zwarte dassen en breedgerande zwarte hoeden. Kunst en dagelijks leven leken moeiteloos in elkaar over te vloeien.

Door zijn kennismaking met Louis Anquetin (1861-1932) werd Toulouse-Lautrec geïntroduceerd in de kring van briljante gasten van 'Le Mirliton', het café-cabaret dat de componist en zanger Aristide Bruant in Montmartre opende in het oude lokaal van 'Le Chat Noir'.

Vincent van Gogh kwam in het voorjaar van 1886 naar Parijs en werd bevriend met Toulouse-Lautrec. Beiden hadden hun intense liefde voor het leven en hun frustraties gemeen. Toulouse-Lautrec wist zich met zijn bijtende humor en ironische verachting voor het lot staande te houden, terwijl Van Gogh zwaarmoedig op de tragedie van het leven broedde. In 1887 tekende Toulouse-Lautrec Vincents portret: een expressieve pastel van een man, die drie jaar later de dood zocht.

Toulouse-Lautrec tekende en schilderde de bonte wereld van artiesten en hun publiek. Hij voelde zich thuis in 'Le Cirque Fernando', ook de geliefde verblijfplaats van Edgar Degas, Auguste Renoir en Georges Seurat (1859-1891). Andere favoriete verblijfplaatsen van de schilder waren het circus en later danszaal 'Folies-Bergères', de danszaal 'Moulin de la Galette' alsook de music-hall 'Moulin-Rouge'. Hij leerde het lelijke maar fascinerende ex-verkoopstertje Yvette Guilbert kennen, de vrouwelijke clown 'Cha-U-Kao', de Spaanse danseres 'La Macarona', de danseres 'Môme Fromage', het blonde meisje van plezier 'La Goulue' en de slangenmens 'Valentin le Désossé' die er de dansen leidde.

Meer nog dan een neo-impressionist was Toulouse-Lautrec een voorafspiegeling van het expressionisme en de art nouveau, jugendstil van de 20e eeuw. De veelal verticale, dunne verfstrookjes tekenen dramatische figuren - tragische of tragikomische – af tegen de drager. Toulouse-Lautrec tekent meer dan hij veegt met zijn penseel, veeleer dan de toets brengt de lijn vibratie en leven in zijn schilderijen. Naarmate hij heviger ging leven, onder andere in Montmartre, nam het belang van de expressie toe en werd de impressie daaraan ondergeschikt gemaakt. Het bruine, ruwe en gespikkelde van een drager als karton betrok hij efficiënt bij zijn compositie.

Met een minimum aan strepen bereikte hij een maximaal dramatisch effect, zoals in 'Seule', een vrouw die gekleed neergevallen is op een bed. De moderniteit van dit werk en de techniek behoren nog nauwelijks bij de 19e eeuw.

De tekeningen van Toulouse-Lautrec vatten de essentiële kenmerken van zijn onderwerpen samen en voegen er zoveel details bij als nodig zijn om de belangrijke elementen van de persoonlijkheid of de omgeving te vatten. Kleding en fysionomie worden louter met specifieke trekjes en haaltjes aangeduid. Dit vermogen tot karikatuur is een belangrijk element van zijn stijl en was ook nodig voor zijn lithografisch werk.

In de affiches die hij in 1890 begon te maken, waren visuele eenvoud en directe impact noodzakelijk, zowel voor de techniek als voor de commerciële functie van de afbeelding. Zijn experimenten met kleurenlithografie maakten dit een van de belangrijkste kunstvormen van de 19e eeuw. Toulouse-Lautrec heeft de lithografie veredeld als kunstvorm en technisch verbeterd. Tot vijf stenen waren er nodig om zijn kleurenlitho's te drukken. Dit waren niet louter affiches, maar eerder zelfstandige kunstwerken, waarin niet alleen de rosse buurt maar ook andere onderwerpen aan bod kwamen zoals de wielrennerij, de automobielsport, het theater, boeken en tijdschriften.

Met zijn affiche 'La Goulue' voor de 'Moulin-Rouge' in 1891 oogstte hij een zodanig groot succes dat zijn naam als afficheontwerper gemaakt was. Toulouse-Lautrec had zowel technisch, intellectueel als emotioneel een andere aanpak dan andere kunstenaars uit zijn tijd. De gevoeligheid, verkregen door precisie in kleurgebruik en lijnvorming, behoudt de capaciteit om esthetisch te ontroeren en sociale bewogenheid op te wekken.

De werken van Toulouse-Lautrec worden gerekend tot het impressionisme, vanaf begin jaren 1890 meer in het bijzonder door het postimpressionisme, gekenmerkt door zorgvuldige vlakverdelingen met duidelijke omlijningen en felle kleuren.

Musea

De schilderijen van Henri de Toulouse-Lautrec hangen in diverse musea, onder andere:

• Musée Toulouse-Lautrec in Albi

• Metropolitan Museum of Art in New York

• Hermitage in Sint-Petersburg

• Nationale Galerie in Praag

Link: https://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_de_Toulouse-Lautrec

 


Toulouse Lautrecjpg